Er wordtWerkgevers verschillen in de mate waarin zij kennis en ervaring hebben op het gebied van de bedrijfsgezondheidszorg. Bedrijven met een lage ‘task maturity’ vragen om een ander aanbod van de bedrijfsarts dan bedrijven met een hoge ‘task maturity’. Hiermee wordt bedoeld dat bedrijven waar nauwelijks kennis en ervaring op het gebied van de bedrijfsgezondheidszorg aanwezig is, iets anders van een bedrijfsarts vragen dan bedrijven waarbij dit hoog is.
Bedrijfsartsen zullen in staat moeten zijn deze ‘task maturity’ te onderzoeken en hun aanbod daarop af te stemmen. Daar is een gerichte intakeprocedure voor nodig.
De casus
Een 48 jarige man is 7 jaar werkzaam als begeleider in een GGZ instelling. Daarvoor heeft hij onder andere gewerkt als installatiemonteur en als software programmeur. Nadat zijn werkgever failliet ging heeft hij een SPW-4 opleiding gevolgd op HBO+ niveau. Ook heeft hij vrijwilligerswerk gedaan, samen met een vriend die een aannemersbedrijf had.
In januari 2011 heeft hij zich ziek gemeld met surmenage klachten nadat zijn vader was overleden. Drie maanden daarna heeft hij zijn werk weer hervat. Op het werk werd hij boventallig. Er was hem een omscholing toegezegd die niet werd nagekomen. Sinds die tijd heeft hij last van surmenage klachten, huiduitslag en oorontstekingen.
In augustus 2012 meldt hij zich opnieuw ziek met klachten van uitputting. Daarna heeft hij 18 keer contact gehad met een psycholoog voor rouwverwerking en is er 5 keer een gesprek geweest met de bedrijfsarts. Daar heeft hij wel baat bij gehad. Op advies van zijn huisarts gebruikt hij sinds december 2012 Remeron tegen zijn depressieve stemmingen.
1. Het medische model: cure
1.1. De visie en de rol van de bedrijfsarts
Een lichamelijke of geestelijke ziekte of gebrek leidt tot beperkingen die het werk onmogelijk maken. De bedrijfsarts heeft een medisch-onderzoekende rol. De werknemer is patiënt. De bedrijfsarts legt uit dat de enige vier legitieme redenen om te verzuimen zijn:
- Niet beschikbaar zijn omdat de werknemer bijvoorbeeld is opgenomen in het ziekenhuis, bedlegerig is of in het buitenland verblijft.
- Een besmettelijke ziekte: dan zou werkhervatting averechts werken voor de andere werknemers.
- Als de klachten door het hervatten van het werk, erger worden. Bijvoorbeeld omdat de werknemer psychotisch is, de toestand van de werknemer heel wisselend is of als er sprake is van een terminale aandoening.
- Als er sprake is van Geen Benutbare Mogelijkheden (GBM) volgens de criteria van het UWV.
1.2. De kennis
De bedrijfsarts gebruikt zijn medische kennis en geeft antwoord op de vraag of er sprake is van een ziekte of gebrek. Er wordt gekeken tot welke beperkingen dit leidt, welke therapie is geïndiceerd en hoe lang dat gaat duren. Vervolgens kijkt men naar wat de prognose is en welke (arbeids)omstandigheden het herstel bevorderen.
1.3. De tools
De bedrijfsarts is probleemgericht en doet tijdens het spreekuur een structureel diagnostisch onderzoek. De bedrijfsarts trekt conclusies en geeft instructies aan de werknemer en de werkgever. Bedrijfsartsen onderzoeken in dit model de klachten en de beperkingen. De bevindingen worden vastgelegd in een medisch dossier. Voorlichting over de ziekte en het geven van richtlijnen voor herstel, en het geven van instructies aan de werkgever en de werknemer, zijn hierbij belangrijk.
1.4. Vaardigheden
De bedrijfsarts stelt de juiste vragen op basis van een differentiaal diagnostiek, doet lichamelijk onderzoek en vraagt medische informatie op bij behandelende collega’s. Bij onduidelijkheid zal de bedrijfsarts een expertise onderzoek aanvragen en de werknemer hierover voorlichten.
De bedrijfsarts verdiept zich in de medische behandeling van de huisarts en specialisten en stelt kritische vragen. De bedrijfsarts zal zo nodig in overleg met de huisarts of specialist nagaan welke andere behandelingen nodig zijn.
In januari 2013 is er weer een gesprek met de bedrijfsarts. Betrokkene klaagt dan over vermoeidheid en depressieve stemmingen. Deze klachten zijn in de loop der tijd wel afgenomen, maar hij vindt dat zijn belastbaarheid niet is toegenomen. Als hij denkt aan hervatten krijgt hij het al benauwd.
De bedrijfsarts maakt gebruik van het medische model maar kan ondanks het onderzoek niet tot een duidelijke diagnose en beperkingen komen. De bedrijfsarts vraagt zich af: “Is deze werknemer ooit iets naars overkomen waardoor hij nu zo reageert?” In overleg met de werknemer en de werkgever vraagt de bedrijfsarts een expertiseonderzoek aan bij een psychotherapeut met de vraag: zijn er beperkingen die rechtstreeks het gevolg zijn van een ziekte of gebrek?
De expertiseleverende psychotherapeut stelt eind januari 2013 de diagnose neurotische depressie op basis van affectieve verwaarlozing en mishandeling in de jeugd, de onderdrukking van gevoelens, vooral van boosheid en verdriet, op basis van een overmatig streng superego. In de DSM-V (2014) te classificeren als een matige persisterende depressieve stoornis (dysthymie 300.4) met een vroeg begin.
Volgens de expertiseleverende psychotherapeut werkt de huidige werksituatie als een trigger waardoor vroegere, onverwerkte trauma’s worden geactualiseerd. De psychotherapeut vindt dat de prognose niet ongunstig is mits de juiste (psychotherapeutische) behandeling wordt gegeven.
Op grond van het medische model concludeert de bedrijfsarts het volgende:
- Er is sprake van een ziekte of gebrek.
- Er zijn beperkingen op emotioneel gebied.
- Werknemer heeft daar 6 jaar met plezier mee kunnen werken.
Wil jij ook leren werken met de coachmatrix en de Matrix Strategie? Neem dan deel aan de eerstkomende basisopleiding Strategisch Coachen. Klik hier om meer te lezen.